e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jeugd, jongelieden jong, de -: joeng (Hoepertingen), jongemannen: joung mannen (Hoepertingen), jonkheid: jŏĕnkhejt (Hoepertingen), jŏĕnkhet (Hoepertingen) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] || jongelieden; grote (opgeschoten) jongens en meisjes [ZND 11 (1925)] III-2-2
jeuken jeukselen: jyksələ (Hoepertingen) jeuken [ZND 01 (1922)] III-1-2
jicht jicht: jeech (Hoepertingen), jeiX (Hoepertingen), jejch (Hoepertingen), jɛjch (Hoepertingen) jicht [ZND 01 (1922)], [ZND A1 (1940sq)] || reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  joek (Hoepertingen), joenk (Hoepertingen), jŏĕnk (Hoepertingen) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  joek (Hoepertingen), joenk (Hoepertingen), jŏĕnk (Hoepertingen) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen vlug: vløch (Hoepertingen) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: dyj.vəlsu.ər (Hoepertingen), stoppelen: stò.pəls (Hoepertingen) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje vogeltje: vøgəlkəs (Hoepertingen, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. nog niet vlug: nog nie vleek (Hoepertingen), te kwak: te kwak (Hoepertingen) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
jong mannelijk schaap tot ongeveer een half jaar bok: bok (Hoepertingen) [N 77, 4] I-12