e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraan van de metalen gierton kraan: krǭǝn (Hoepertingen) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraangaten koter: kutǝr (Hoepertingen), køtǝr (Hoepertingen) De twee gaten opzij in de molensteen waarin pinnen bevestigd kunnen worden die door de steenogen aan de onderzijde van de steenbeugels worden gestoken. [Vds 160; Jan 185; Coe 150; Grof 178] II-3
kraanvogel krietekraan: kri.təkrōͅən (Hoepertingen) kraanvogel [ZND 01 (1922)] III-4-1
krabben kretsen: kraetsə (Hoepertingen), kretse (Hoepertingen) krabben [ZND 01 (1922)] || Zijn hoofd krabben tegen de jeuk (dabben, kretsen, kratsen). [N 109 (2001)] III-1-2
kralen van de rozenkrans kralen: kroale (Hoepertingen) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kramer kramer: krijjmər (Hoepertingen), kermis afreizen  kramer (Hoepertingen), stelt met winkeltje op de markten of kermissen zijn waren ten toon om te verkopen  eene kriejemer (Hoepertingen) kramer [ZND 01 (1922)] || Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
krampig (een) zure: zǫu̯rǝ (Hoepertingen) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
krassen abomineren: vernielen, kapot maken  aboemiejeren (Hoepertingen), kretsen: kretsen (Hoepertingen) krassen [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreeft krab: ook in ZND 28, 048  krap (Hoepertingen), kreeft: ook in ZND 28, 048  kreeft (Hoepertingen) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krekel krekel: krii̯kəl (Hoepertingen) krekel [ZND 01 (1922)] III-4-2