e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ploegwieltje rad: rǭǝ.t (Hoepertingen) Het wieltje dat (in plaats van een slof) deel uit maakt van de voorsteun van een voetploeg. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 32c + 33d; N 11A, 93c; A 26, 4b add.; L 4, 4b add.; monogr.] I-1
plooi plooi: plōj (Hoepertingen), (mv)  plǫjǝ (Hoepertingen) Elk van de rimpels of golfachtige vormen die in een weefsel ontstaan, wanneer zij op korte afstanden in tegengestelde richting omgeslagen worden. Zie voor diverse soorten plooien afb. 45. [N 62, 12c; N 62, 12b; L 40, 50; Gi 1.IV, 35; MW; monogr.] II-7
plooien plooien leggen: plǫjǝ løgǝ (Hoepertingen) [N 62, 12b; N 62, 12a; L A2, 379; MW; monogr.] II-7
plooirok plooienrok: plujə rok (Hoepertingen) Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)] III-1-3
plukken plukken: pløkə (Hoepertingen) plukken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
plukken, van fruit kleuteren: na de pluk de nog retserende appelsmet een bonenstaak van de boom afstoten  kløͅjtərə (Hoepertingen) [ZND m] I-7
pofbroek polderbroek: poͅldərbruk (Hoepertingen) plusfour, een soort pofbroek [N 23 (1964)] III-1-3
pokdalig pokkig: pokkig (Hoepertingen) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig, pokkelig). [N 107 (2001)] III-1-2
poken keuteren: keutteren (Hoepertingen), kêûtere (Hoepertingen) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] III-2-1
politie police (fr.): de pelis et hem aongehā (Hoepertingen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1