e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raapzaadolie raapsmout: rǫpsmā.t (Hoepertingen) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd aardig: ook materiaal znd 8, 045  oͅdex (Hoepertingen), oͅwdex (Hoepertingen), komiek: ook materiaal znd 19a, 003  kemiek (Hoepertingen), vies: ook materiaal znd 19a, 003  vies (Hoepertingen), vreemd: dijə es ɛjə vrəmd (Hoepertingen) Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
raat (het) werk: twɛ.rǝk (Hoepertingen) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: kùndjəda rūwə (Hoepertingen) Kunt ge dat raden? [ZND 06 (1924)] III-1-4
radijs radijs: radijs (Hoepertingen) [ZND 41 (1943)] I-7
radmaker ramaker: rāmēkǝr (Hoepertingen), rǭmiǝkǝr (Hoepertingen) Vakman die gespecialiseerd is in het maken van houten wielen voor karren en wagens. Reparaties aan de houten wielen konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Paal (K 357), Neerpelt (L 312), Overpelt (L 314), Kaulille (L 316), Neeroeteren (L 368), Maaseik (L 372), Opoeteren (L 415), Meldert (P 45), Duras (P 115), Ulbeek (P 121), Hoepertingen (P 188), Waasmont (P 211), Veldwezelt (Q 91), ɛs-Herenelderen (Q 168). De metalen onderdelen voor de kar- en wagenwielen, zoals de wielbanden en de asbus werden vaak door de lokale smid geleverd. Hij voerde daar ook reparaties aan uit. Dit laatste was volgens informatie van de zegslieden het geval in Heppen (K 316), Beringen (K 358), Neerpelt (L 312), Bocholt (L 317), Gruitrode (L 366), Neerglabbeek (L 367), Ulbeek (P 121), Sint-Truiden (P 176), Hasselt (Q 2), Genk (Q 3) en Neerharen (Q 96c). Zie verder ook de paragraaf over de vaktaal van de karsmid in wld II.11, pag. 128-139.' [N G, 1b; N G, 2; L 34, 18; monogr.] II-12
rafel franjel: frainels (Hoepertingen), kettel: kettels (Hoepertingen), kętǝl (Hoepertingen), kɛtəls (Hoepertingen), rafel: røfǝl (Hoepertingen), rəfəl (Hoepertingen) Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW] || Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] II-7, III-1-3
rafelen kettelen: Dit werd vroeger meer gezegd.  kɛtələ (Hoepertingen), rafelen: reuffele (Hoepertingen), rəfələ (Hoepertingen), ruffelen: røfǝlǝ (Hoepertingen) Hoe zegt U: de stof zal rafelen? [N 62 (1973)] || Rafelen. Aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, reffelen, rieffelen, rufelen] [N 114 (2002)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenborstel: spenəboͅsəl (Hoepertingen) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rails rails (<eng.): rels (Hoepertingen) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1