e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
touwtjespringen koordspringen: /  koad sprenge (Hoepertingen) / [SND (2006)] III-3-2
tralie tralie: trøͅlə (Hoepertingen) een ijzeren tralie [ZND 08 (1925)] III-2-1
tranende ogen leepogen: li.jəpowgə (Hoepertingen) leepoog [ZND 01 (1922)] III-1-1
trant gang: gank (Hoepertingen) Wijze van gaan (gank, loop, trant) [N 108 (2001)] III-1-2
trap trap: trap (Hoepertingen, ... ) trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
trappelen trappelen: trappele (Hoepertingen) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen) [N 108 (2001)] III-1-2
trappelende bewegingen maken trappelen: trabǝlǝ (Hoepertingen) Het paard tilt de poten hoog genoeg op, maar werpt ze niet vooruit; het blijft ter plaatse trappelen. [N 8, 70b en 71] I-9
trechter trechter: trɛi̯xtər (Hoepertingen) trechter [ZND 08 (1925)] III-2-1
trechter op de gierton trechter: trɛ̄.xtǝr (Hoepertingen) In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
treiteren het hart uithalen: het hat ouət haole (Hoepertingen), judassen: iemand judassen (Hoepertingen), plagen: iemand ant ploeəge (Hoepertingen), iemand plaogen (Hoepertingen), iemand plaugen (Hoepertingen), iemand ploeəgen (Hoepertingen), iemand plooəge (Hoepertingen), imand plaoge (Hoepertingen), imand plaogen (Hoepertingen), imand plo.agə (Hoepertingen), plu.wgə (Hoepertingen), treiteren: iemand traiteren (Hoepertingen) Hoe zegt men "iemand plagen, tergen, kreten"? [ZND 36 (1941)] || Iemand kwellen, plagen (geef gelijkbetekenende woorden op). [ZND 29 (1938)] || kwellen [ZND 01 (1922)] III-1-4