e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijwand kisten: kī.stǝ (Hoepertingen), mouw: mǫu̯ (Hoepertingen) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zilvervisje milver: milver (Hoepertingen) zilvervisje: Hoe heet het zilverkleurige glanzende insect dat in huis op donkere, vochtige plaatsen voorkomt en leeft van papier, enz. Het is heel snel en lijkt zich voort te bewegen als een vis in het water (--, suikergast, boekworm). [N100 (1997)] III-4-2
zindelijk proper: proper zijn (Hoepertingen) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 115 (2003)] III-2-2
zingen zingen: zenge (Hoepertingen, ... ), n vergeten??  zeiige (Hoepertingen) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] III-3-2
zingende mis zangmis: zankmès (Hoepertingen) Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zitbank bank: baŋk (Hoepertingen), bāŋk (Hoepertingen), ba͂ŋk (Hoepertingen) bank [ZND A1 (1940sq)] || op het eind van de bank [ZND 34 (1940)] III-2-1
zitten zitten: zitə (Hoepertingen) zitten [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
zitvlak van een broek kont: koͅnt (Hoepertingen) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoeken zoeken: zyKə (Hoepertingen) wij zoeken [ZND 08 (1925)] III-1-2
zogen, voeden (overg.) de borst geven: de borst geven (Hoepertingen) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 115 (2003)] III-2-2