27824 |
zijwand |
kisten:
kī.stǝ (P188p Hoepertingen),
mouw:
mǫu̯ (P188p Hoepertingen)
|
Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.]
I-13
|
24401 |
zilvervisje |
milver:
milver (P188p Hoepertingen)
|
zilvervisje: Hoe heet het zilverkleurige glanzende insect dat in huis op donkere, vochtige plaatsen voorkomt en leeft van papier, enz. Het is heel snel en lijkt zich voort te bewegen als een vis in het water (--, suikergast, boekworm). [N100 (1997)]
III-4-2
|
20166 |
zindelijk |
proper:
proper zijn (P188p Hoepertingen)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 115 (2003)]
III-2-2
|
22771 |
zingen |
zingen:
zenge (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen),
n vergeten??
zeiige (P188p Hoepertingen)
|
III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)]
III-3-2
|
23502 |
zingende mis |
zangmis:
zankmès (P188p Hoepertingen)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19680 |
zitbank |
bank:
baŋk (P188p Hoepertingen),
bāŋk (P188p Hoepertingen),
ba͂ŋk (P188p Hoepertingen)
|
bank [ZND A1 (1940sq)] || op het eind van de bank [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
17827 |
zitten |
zitten:
zitə (P188p Hoepertingen)
|
zitten [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
18198 |
zitvlak van een broek |
kont:
koͅnt (P188p Hoepertingen)
|
zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17828 |
zoeken |
zoeken:
zyKə (P188p Hoepertingen)
|
wij zoeken [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
20283 |
zogen, voeden (overg.) |
de borst geven:
de borst geven (P188p Hoepertingen)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 115 (2003)]
III-2-2
|