18557 |
capuchon |
kap:
kap (P188p Hoepertingen)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18067 |
cariës |
rotte tanden:
rotte taan (P188p Hoepertingen)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, rotte tanden, cariës). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
carnavalstoet:
carnavalstoet (P188p Hoepertingen)
|
de optocht met carnaval [cavalcade] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22678 |
castagnetten |
castagnetten:
castagnetten (P188p Hoepertingen)
|
de twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33749 |
castreren |
boeten:
bytǝ (P188p Hoepertingen),
bȳtǝ (P188p Hoepertingen),
bøi̯tǝ (P188p Hoepertingen),
snijden:
snei̯ǝ (P188p Hoepertingen),
snē̜ǝ (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen),
snęi̯ǝ (P188p Hoepertingen)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-12, I-9
|
34421 |
castreren met de open methode |
boeten:
bytǝ (P188p Hoepertingen)
|
Bij de "open" methode worden de testikels uit de balzak gehaald. [N 77, 41]
I-12
|
18431 |
ceintuur |
band:
ba.nt (P188p Hoepertingen),
ceintuur:
ceintujr (P188p Hoepertingen)
|
Hoe noemt U: een ceintuur (band, sjerp?) [N 62 (1973)]
III-1-3
|
28448 |
cel |
cel:
sɛl (P188p Hoepertingen)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
18824 |
chagrijn |
chagrijns:
sagārēͅns (P188p Hoepertingen)
|
chagrijn [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
23748 |
christoffelmedaille |
medaille (<fr.) van sint-christoffel:
medaille van sint kristoffel (P188p Hoepertingen)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|