e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluweel, velours velours: fluwǝr (Hoepertingen), fluǝr (Hoepertingen) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fokmerrie veulensmerre: vøi̯.lǝsmęrǝ (Hoepertingen) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug kurrenzoog: kørǝzou̯.x (Hoepertingen), kweekzoog: kwiksou̯.x (Hoepertingen) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi fooi: drinkgeld  fooi (Hoepertingen) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
forsgebouwde koe goede koe: gui̯ kou̯ (Hoepertingen), sterke koe: stɛrkǝ kou̯ (Hoepertingen) [N 3A, 141a] I-11
fortuin maken zich rijk maken: Heje zal zich rijk moaken (Hoepertingen), I zal hem zel reik maeken (Hoepertingen) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos flamboos: flambous (Hoepertingen), framboos: frambous (Hoepertingen) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franje franje: franje (Hoepertingen), franjel: frǫǝl (Hoepertingen), fronjel: froŋəl (Hoepertingen) Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frankrijk frankrijk: Vejə hebbən en Frankijk gezeəte (Hoepertingen), Vieə həbbə en Vrankrijk gəzejeten (Hoepertingen) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fret fret: fret (Hoepertingen) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2