e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

Gevonden: 5126
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appelmoes prots: prôets (Hoeselt, ... ), pruts: pruts (Hoeselt, ... ) appelmoes || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)] || appelspijs (ook van andere fruitsoorten dan appelmoes) III-2-3
appels van de boom schudden afschokkelen: oafsjoeggele (Hoeselt) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3
appeltaart appeltaart: appëltôert (Hoeselt) appeltaart III-2-3
appelvink appelvink: appelvink (Hoeselt) appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)] III-4-1
aprilgek prilgek: prilgek (Hoeselt) de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)] III-3-2
arduin, hardsteen blauwe steen: blôë steen (Hoeselt) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4
are, maat van 100 m2 are: aar (Hoeselt) de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4
aren lezen oogsten: ōsǝ(n) (Hoeselt) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
arend van de zeis ang: ãŋ (Hoeselt) Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.] I-3
armband bracelet (fr.): brasselé (Hoeselt) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3