e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hulst hulst: huls (Hoeselt) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
huppelen huppelen: huppëlë (Hoeselt), poepelen: poeppĕle (Hoeselt), sprongetjes maken: spreungskes moake (Hoeselt) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen) [N 108 (2001)] || Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
hutselen rammelen: rammëlë (Hoeselt) schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren] [N 112 (2006)] III-3-2
huurhuis gehuurd huis: gehuurd hous (Hoeselt) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
huurpenning meepenning: mépénning (Hoeselt) Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)] III-3-1
huwelijk trouw, de -: trô (Hoeselt) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
huwelijksafkondigingen roepen: rôeppë (Hoeselt) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksmis trouwmis: trómès (Hoeselt) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
identiteitskaart pas: pas (Hoeselt) de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)] III-3-1
iemand graag mogen gaarne hebben: gan heubbe (Hoeselt) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1