18935 |
in alle haast |
heel rap:
heel rap (Q077p Hoeselt)
|
in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
aanslaan:
oansleun (Q077p Hoeselt)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17846 |
in beweging komen |
op gang komen:
op gang kómë (Q077p Hoeselt),
opgang kome (Q077p Hoeselt)
|
In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
gezerkt worden:
gëzerrëk (Q077p Hoeselt),
in de kist leggen:
de doje én de kis legge (Q077p Hoeselt),
kisten:
kisse (Q077p Hoeselt)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
doffen:
doeffe (Q077p Hoeselt),
stompen:
stoempe (Q077p Hoeselt),
stoempë (Q077p Hoeselt)
|
Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)] || slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19449 |
in de tuin werken |
hovenieren:
hovvënierrë (Q077p Hoeselt),
in de hof werken:
én den wof werke (Q077p Hoeselt)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)] || tuinieren
III-2-1
|
26279 |
in elkaar grijpen |
kammen:
kamǝ (Q077p Hoeselt),
pakken:
pakǝ (Q077p Hoeselt)
|
Het in elkaar grijpen van kammen en staven. Het aswiel van de standerdmolen loopt rechtstreeks in één of meer rondsels of bonkelaars boven het staakijzer; dat van de Hollandse molen loopt in een rondsel of in een bonkelaar die op zijn beurt weer meerdere rondsels boven staakijzers kan aandrijven. Bij de watermolen grijpen de kammen van het aswiel in het algemeen in de staven van een rondsel onder het staakijzer of, bij een molen met meer steenkoppels, in een rondsel dat een groot horizontaal wiel, het kroonrad, aandrijft. Het kroonrad kan op zijn beurt één tot vier rondsels in beweging brengen. [N O, 11a; Vds 94; Jan 113; Grof 104]
II-3
|
18227 |
in lompen gekleed |
in vodden lopen:
én vodde lôpe (Q077p Hoeselt)
|
In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
ondertrouw:
onnërtroo (Q077p Hoeselt)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
een kindje verwachten:
e kinsje verwaachte (Q077p Hoeselt),
groot gaan:
groot go’n (Q077p Hoeselt),
verwachten:
vërwaachtë (Q077p Hoeselt),
vol zijn:
vol zien (Q077p Hoeselt)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)], [N 84 (1981)]
III-2-2
|