| 19556 |
lepelrek |
rekje:
rɛkskə (Q077p Hoeselt)
|
rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 21748 |
leraar |
leraar:
leraar (Q077p Hoeselt),
regent (<fr.):
Van Dale: regent (<Fr.), 8. (in België) niet-academisch gevormd leraar aan de lagere cyclus van een middelbare school.
regent (Q077p Hoeselt)
|
een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18340 |
leren beenkap |
stramp:
strampe (Q077p Hoeselt)
|
lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 18653 |
leren muts die onder de kin wordt gesloten |
klepmuts:
klapmuts (Q077p Hoeselt)
|
muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 19125 |
leugen |
leugen:
ljeugge (Q077p Hoeselt)
|
een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 19383 |
leunstoel |
zetel:
zêtel (Q077p Hoeselt)
|
Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 21341 |
leurder |
bottie:
ps. omgespeld volgens Frings.
boͅti (Q077p Hoeselt),
sjachelaar:
ps. omgespeld volgens Frings.
šaxəleͅr (Q077p Hoeselt)
|
koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21431 |
leuren |
op commerce (fr.) gaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅp kəmeͅrs (Q077p Hoeselt),
oͅp kəmeͅrs gon (Q077p Hoeselt)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 17568 |
levend vlees onder de huid |
levendig vlees:
leftech vlees (Q077p Hoeselt)
|
Levend vlees onder de huid (het leven, ruw vlees, bloedvlees). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
| 21002 |
leverpastei |
pat:
pā.tē (Q077p Hoeselt)
|
leverpastei [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|