18608 |
nachtjapon |
slaapkiel:
sluopkil (Q077p Hoeselt)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtkleren:
nāgklēr (Q077p Hoeselt)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23772 |
nachtmis |
kerstmis:
kjosmès (Q077p Hoeselt),
nachtmis:
naachmès (Q077p Hoeselt)
|
De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18937 |
nadeel |
schade:
sjōāi (Q077p Hoeselt)
|
het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20138 |
nageboorte |
nageboorte:
nwobeborte (Q077p Hoeselt),
nwô-gëbwottë (Q077p Hoeselt)
|
menselijke nageboorte [N 10C (zj)] || Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 115 (2003)]
III-2-2
|
34179 |
nageboorte van de koe |
bed:
bē̜t (Q077p Hoeselt),
bɛt (Q077p Hoeselt),
koebed:
kubęt (Q077p Hoeselt)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|
32986 |
nagewas |
naschaar:
nōǝšuǫr (Q077p Hoeselt)
|
Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
32955 |
nagras, tweede hooioogst |
achtermaad:
ā.tǝrmuǝt (Q077p Hoeselt)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
33097 |
nascharren, naoogsten |
nareken:
nu̯ǭrɛ̄.kǝ (Q077p Hoeselt)
|
De akker naoogsten met een rijf of houten hark. De boer deed dit doorgaans zelf, in tegenstelling tot het aren lezen dat dan door anderen werd gedaan. Zie de toelichting bij het lemma ''aren lezen'' (5.2.4). [N 15, 38a; JG 1a, 1b; L 34, 40; monogr.; add. uit N 15, 35; N 18, 93]
I-4
|
33706 |
natuurlijke waterloop |
beek:
bīk (Q077p Hoeselt)
|
Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.]
I-8
|