17672 |
benen (spotnamen) |
stokken:
stekke (Q077p Hoeselt),
stekke van been (Q077p Hoeselt)
|
Rechte, vormeloze benen (stokken, stelten, palen, latten, staken) [N 109 (2001)] || Spotbenamingen voor de benen [N 109 (2001)]
III-1-1
|
17860 |
bengelen |
bommelen:
boemmĕle (Q077p Hoeselt)
|
Bengelen: heen en weer slingeren (bammelen, bommelen, bengelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19287 |
benieuwen |
nieuwsgierig zijn:
nawsjirrig zien (Q077p Hoeselt)
|
zijn nieuwsgierigheid wekken [wonderen, wonder doen, benieuwen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25054 |
bepaalde hoeveelheid |
klats:
klats (Q077p Hoeselt),
trobbel:
troebbel (Q077p Hoeselt)
|
een aantal bij elkaar staande voorwerpen [trobbel] [N 91 (1982)] || een onbepaalde hoeveelheid [kwakkel, kwak] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18932 |
beredderen |
beredderen:
bereddere (Q077p Hoeselt)
|
zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24918 |
bergtop |
top:
toep (Q077p Hoeselt)
|
top van een berg [spits, piek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bèrrəch (Q077p Hoeselt)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
tijding:
WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.
ig heb ten krege (Q077p Hoeselt),
teng (Q077p Hoeselt)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)] || Ik heb tijding (ting, teng, enz.) gekregen. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
24560 |
berk |
berk:
berrëk (Q077p Hoeselt)
|
berk
III-4-3
|
19540 |
berkenbezem |
berkenbezem:
e is geen frings (van Besam)
bɛrkəbɛ̄səm (Q077p Hoeselt),
bezem:
m
bɛ̄səm (Q077p Hoeselt)
|
bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)]
III-2-1
|