e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachten pachten: ps. omgespeld volgens Frings.  pāxtə (Hoeselt), pa͂xtə (Hoeselt) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pad, paadje voetbaan, voetbaantje: voetbeungke (Hoeselt) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] III-3-1
paddestoel (alg.) champignon: sjampëljong (Hoeselt), šampəljoŋ (Hoeselt), eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040  champeljong (Hoeselt) paddestoel [RND], [ZND 15 (1930)] || paddestoelen III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgepoft: opgepoef (Hoeselt) Opgeblazen van lijf (pafferig, pappetig, poesterig, opgezwollen). [N 109 (2001)] III-1-1
paillette paillette (fr.): pejette (Hoeselt), pelètte (Hoeselt) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] || Pailletten. Een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 114 (2002)] III-1-3
pak slaag roffel: roeffel (Hoeselt) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum kostuum: kəstym (Hoeselt) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3
paling, aal paling: pwo’llëng (Hoeselt) paling III-4-2
palmboompje palm: -  pâme (Hoeselt), palmenstruik: verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041  paəmestroek (Hoeselt), palmpje: verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041  pēmke (Hoeselt) palm (Buxus sempervirens) [DC 69 (1994)] || palmboompje [ZND 15 (1930)] III-4-3
palmbosje palmwis: paamwes (Hoeselt), palmwisje: paamweske (Hoeselt), wis palmen: n wèspaame (Hoeselt) Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)] III-3-3