18292 |
polsmof |
polsmoffel:
poͅlsmufəl (Q077p Hoeselt)
|
polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
pommelee:
`pu.mlē (Q077p Hoeselt)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
18504 |
pompon van een muts |
floche (fr.):
floš (Q077p Hoeselt)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21536 |
ponder |
pondel:
kleine gewichte tot 20 kg
peͅŋəl (Q077p Hoeselt),
ponder:
kleine gewichte tot 20 kg
pøͅnər (Q077p Hoeselt),
om te wegen (vooral kleine hoeveelheden) vooral gebruikt door rondtrekkenden en kopende vodderapers
pøͅnər (Q077p Hoeselt)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
19957 |
poort |
poort:
puǫ.t (Q077p Hoeselt),
puǫt (Q077p Hoeselt)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
pōt (Q077p Hoeselt
[(mv pōtǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
plantgoed:
plā.nt˲gūt (Q077p Hoeselt)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
34174 |
pootjesblaas |
blaas met de poten:
blu̯ǫs mē̜ dǝ pōtǝ (Q077p Hoeselt),
klibberblaas:
klebǝrblu̯ǫs (Q077p Hoeselt)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
22806 |
pop |
pop:
poep (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt),
pôep (Q077p Hoeselt)
|
[2]. Pop (speelgoed). || Een pop. [ZND 40 (1942)] || pop [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
poep (Q077p Hoeselt)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|