e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ranzig garstig: gaastig (Hoeselt), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (e van fel; e van waffel)  gaasetex (Hoeselt) garstig [ZND 23 (1937)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
rapen rapen: rǭ.pǝ (Hoeselt) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp rasp: rasp (Hoeselt, ... ) rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
raspen raspen: raspe (Hoeselt, ... ) raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
ratel van witte donderdag klepper: de klepper (Hoeselt), klepper (Hoeselt) De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)] III-3-3
rauw rauw: raw (Hoeselt) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten razen: Nie zó rwozze, kènner, ich krijg koppijn tëvan: Niet zo lawaai maken, kinderen, ik krijg daar hoofdpijn van.  rwo`zzë (Hoeselt) Razen, stoeien van kinderen, lawaai maken. III-3-2
razen en tieren razen: rwozze (Hoeselt) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede dol: dul (Hoeselt) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
recht vooruitstoten met de armen duwen: dawe (Hoeselt) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2