e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreekwoord spreekwoord: sprêkwōt (Hoeselt) Noem het (dialect)woord voor: een uitspraak zoals: "oost, west, thuis, best"? [spreekwoord] [N 102 (1998)] III-3-1
spreeuw spreeuw: spreef (Hoeselt, ... ) spreeuw || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
sprenkelen sprenkelen: sprénkele (Hoeselt) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast met de kwaspel rondgaan: met de kwaspel rontgoan (Hoeselt) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
spreuk spreuk: spreuk (Hoeselt) Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)] III-3-1
springen springen: spreinnen (Hoeselt), springe (Hoeselt), spréngen (Hoeselt) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstier springduur: spre.ŋdȳǝr (Hoeselt) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
sprinkhaan sprinkhaan: sprènkhôon (Hoeselt) sprinkhaan III-4-2
sproeten sproetelen: sproetĕle (Hoeselt) Sproet (sproetelen, sproonselen). [N 109 (2001)] III-1-1
sprokkelen (hout) rapen: hōt roape (Hoeselt, ... ) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, (hout) rapen, zeumeren, kneppen) [N 108 (2001)] || Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2