33595 |
tros vruchten |
koppel:
koebbel (Q077p Hoeselt)
|
Een tros van twee of meer vruchten (resel, rist, tros, klis, trobbel, trossel, troppel, ritsel, bak, trochel). [N 82 (1981)]
I-7
|
20086 |
trosanjer |
koebbelroosjes:
kôebbëlrùskës (Q077p Hoeselt)
|
trosanjers
III-2-1
|
19317 |
trots |
fier:
fier (Q077p Hoeselt),
groots:
greuts (Q077p Hoeselt),
gröts (Q077p Hoeselt)
|
groots [ZND 24 (1937)] || vervuld en blijk gevend van een gevoel van meerderheid boven anderen [groots, fier, trots, heel, freet, moedig, moetig,glorieus] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19318 |
trotsheid |
iet meer als een andere:
iet mé as enne ânĕre (Q077p Hoeselt)
|
het doen blijken van het gevoel dat men meer is dan anderen [trots, trotsheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20428 |
trouwboekje |
trouwboekje:
tró-bukskë (Q077p Hoeselt)
|
het trouwboekje [trouwbusj-je] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20384 |
trouwen |
trouwen:
tró-ën (Q077p Hoeselt),
tróon (Q077p Hoeselt),
trôwe (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] || Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)]
III-2-2, III-3-3
|
18690 |
trouwpak |
trouwkostuum:
trōkəstym (Q077p Hoeselt)
|
trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20176 |
trouwring |
trouwring:
tró-rènk (Q077p Hoeselt)
|
een trouwring [N 96D (1989)]
III-2-2
|
18169 |
trui |
pullover:
pylovər (Q077p Hoeselt),
vareuse (fr.):
vrøs (Q077p Hoeselt)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18083 |
tuberculose |
t.b.c.:
t.b.c. (Q077p Hoeselt),
tering:
têring (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt),
têrëng (Q077p Hoeselt),
tuberculose:
tybęrkølos (Q077p Hoeselt)
|
Een besmettelijke ziekte die ontstaat doordat tuberkelbacteriën in het lichaam van het dier geraken. De besmetting kan op verschillde wijzen gebeuren: direct, doordat de smetstof met de ingeademde lucht of het opgenomen voedsel van lijders aan tuberculose belandt in het lichaam van gezonde stalgenoten; indirect, doordat de smetstof via zuivelfabrieken met de melk van het ene bedrijf op het andere terechtkomt. Het is een slepende ziekte. Zie ook het lemma ''tuberculose'' in wbd I.3, blz. 483.' [N 3A, 85a; N 52, 17a; A 48A, 30a] || Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, loosziekte). [N 84 (1981)] || Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, tbc, teebee). [N 107 (2001)]
I-11, III-1-2
|