e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voogd momber: momber (Hoeselt), mommer (Hoeselt), mòmmər (Hoeselt) iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2
voor de gek houden voor de gek houden: veur de gek hâge (Hoeselt) op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)] III-1-4
voorbidden voorbeden: vùrbèèn (Hoeselt) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorde, doorwaadbare plaats ondiepte: ondipte (Hoeselt) doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)] III-4-4
voorhamer voorhamel: vø̄rhǭmǝl (Hoeselt) Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] II-9
voorhoofd hoofd: də āuiərs oͅp zən h"t (Hoeselt), kop: de oire van z`ne kop (Hoeselt), de ooiərə van zenə kòp (Hoeselt), voorhoofd: veurheud (Hoeselt) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || Een groot voorhoofd. [ZND 08 (1925)] III-1-1
voorklauw teen: tēn (Hoeselt), voorschoen: vøršūn (Hoeselt) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: kni (Hoeselt) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voornemen plan: plan (Hoeselt), voornemen: veurnéme (Hoeselt) wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)] III-1-4
voornemen om niet meer te zondigen goed voornemen: goed vùrnémë (Hoeselt) Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)] III-3-3