24031 |
vormen |
vormen:
vùrmë (Q077p Hoeselt)
|
Vormen, het Vormsel toedienen [firme, fierme]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23343 |
vormsel |
vormsel:
vormsël (Q077p Hoeselt)
|
Het Vormsel [firmoeng]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25202 |
vorst, het vriezen |
gevreurte:
gevarjeute
gəvrjøtə (Q077p Hoeselt),
t gevrjeurte
(⁄)t gəvrjərtə (Q077p Hoeselt)
|
vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
24397 |
vos |
vos:
vos (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)]
III-4-2
|
33811 |
vos, vospaard |
voes:
vus (Q077p Hoeselt)
|
Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j]
I-9
|
17923 |
vouwen |
plooien:
plooie (Q077p Hoeselt)
|
ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
21149 |
vrachtwagen |
camion (fr.):
kamion (Q077p Hoeselt),
kammëjô (Q077p Hoeselt)
|
een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)] || vrachtwagen
III-3-1
|
21398 |
vreemde (man) |
uitlander:
auslendër (Q077p Hoeselt),
vreemde man:
ne vreumde man (Q077p Hoeselt),
vreemde, een ~:
vreumde (Q077p Hoeselt)
|
Een vreemde man. [ZND 08 (1925)] || Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
32943 |
vregelpaal |
paal:
pu̯ǫl (Q077p Hoeselt)
|
In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.]
I-3
|
32944 |
vregelstok |
vregelstek:
vrēgǝlstęk (Q077p Hoeselt)
|
De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.]
I-3
|