e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wbd: verkopen voor van de hand doen: ps. omgespeld volgens Frings.  van də hānt dūn (Hoeselt), vertuisen: ps. omgespeld volgens Frings.  vertūəsə (Hoeselt) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wecken inmaken: én moake (Hoeselt) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weduwe weef: weef (Hoeselt) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wedeman: wedeman (Hoeselt) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2
weegtoestel balans: balans (Hoeselt), bascule: baskøl (Hoeselt) Weegtoestel waarmee de gevulde zakken gewogen kunnen worden. Vroeger gebeurde dit met een balans, maar die werd al snel vervangen door de bascule omdat laatstgenoemde het voordeel had dat ze als tegengewicht slechts eentiende van de te wegen massa nodig had. Bij de balans daarentegen moesten de twee lasten gelijk zijn. [Coe 258; Coe 259; Coe 260; Grof 284; Grof 285] II-3
weer naar het jaargetijde sint-maartenzomer: Sint Matte zomer = zachte nazomer  Sent màttə zōmər (Hoeselt) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerbarstig terwars: terwjès (Hoeselt) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerborstel struif: strawf (Hoeselt) Valse kruin; weerborstel. [N 109 (2001)] III-1-1
weerlichten het is kermis in de hel: ⁄t es kermĕs in de hel (Hoeselt) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: wêrlich (Hoeselt), zeebrand: zeebraand (Hoeselt), zeebraant  zēbrānt (Hoeselt) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] || weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4