id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18392 | bretel | help: həlpə (Hoeselt) | bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3 |
18099 | breuk | breuk: bri"k (Hoeselt), brjə:k (Hoeselt) | hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2 |
21250 | brief | brief: bri:f (Hoeselt) | brief [RND] III-3-1 |
21205 | briefkaart | kaart: koat (Hoeselt), postkaart: poskôot (Hoeselt) | briefkaart || de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1 |
33840 | briesen | pruisen: prǫu̯.sǝ (Hoeselt) | Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9 |
19419 | briket | briket: brikette (Hoeselt) | (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] III-2-1 |
34600 | bril | bril: brel (Hoeselt) | Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c] I-13 |
19245 | broeden | uitbroeden: awtbrûen (Hoeselt) | ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)] III-1-4 |
34499 | broeden, op eieren zitten | broeden: bryǝn (Hoeselt), brȳn (Hoeselt), brȳǝn (Hoeselt), brūǝn (Hoeselt) | [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12 |
34504 | broedende kip op eieren | broedhen: brȳhin (Hoeselt), kloekhen: klukhen (Hoeselt) | [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12 |