e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoeselt

Overzicht

Gevonden: 5126
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodzonde doodzonde: doodzondë (Hoeselt) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
doof doof: ij ees zoo doof es een koe (Hoeselt), zo doof es een troeffel (Hoeselt), zo doof es əən troefəl (Hoeselt) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
dooien dooien: doien (Hoeselt, ... ), dooie (Hoeselt, ... ), t slaakt]: dojje  doͅjə (Hoeselt), het doit  həd oͅjt (Hoeselt), het wèèr gee aaf  hət wēͅr ge ōͅf (Hoeselt), t weèr gee aof  (⁄)t wēͅr gē ōͅf (Hoeselt) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier dooier: doi̯ǝr (Hoeselt), door: duø.r (Hoeselt), dū.or (Hoeselt), eierdoor: ē̜rduor (Hoeselt) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: doop (Hoeselt) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: doopbëloftë (Hoeselt) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3
doopdekentje doopplag: dōpplag (Hoeselt) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doopkleed: do:pkle:t (Hoeselt), doopkléed (Hoeselt), doopmantel: do:pma:ntəl (Hoeselt), dōpmāntəl (Hoeselt), doopmanteltje: do:pme:ntlkə (Hoeselt) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: doopkaas (Hoeselt) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: doopkëpel (Hoeselt) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3