e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holset

Overzicht

Gevonden: 18

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boer boer: būr (Holset) Waar de aangegeven meervoudsvorm afwijkt van de regelmatige -ǝ(n) achtervoeging, is dat hier opgenomen. Op kaart 5 zijn de verspreidingsgebieden van de Nederlandse afleidingen labeurder "boer" en labeuren "boeren" en "hard werken" van het Franse labeur aangegeven. [N 5A, 95b; A 3, 37; A 16, 22; A 20, 1b; L 1, a-m; L 4, 37; L 14, 6; S 4 en 6; Wi 15; monogr.] I-6
bos bos: bøš (Holset), bosgrond: bušjront (Holset) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
dier, beest beest: bieës (Holset) beest III-4-2
eekhoorn eekhoorntje: dim.mv.  eechhōrntjere (Holset) eekhoorn III-4-2
eik eik: eech (Holset) eik III-4-3
fazant fazant: fazante (Holset) fazant III-4-1
grond, aarde aarde: ęǝt (Holset) De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.] I-8
haas haas: haze, mv. (Holset) haas III-4-2
hert, ree hert: herte, mv. (Holset), ree: rieëje, mv. (Holset) hert || ree III-4-2
houtduif wilde duif: wilde duiven  wil doeve (Holset) duif, soort III-4-1