id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17706 | ontlasting hebben | afgaan: aafgaon (Holtum), kakken: kakke (Holtum), schijten: sjiete (Holtum) | ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] III-1-1 |
33002 | ontsmettingsmiddel | ontsmettingsmiddel: ǫntšmęteŋsmedǝl (Holtum) | Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b] I-4 |
17927 | onvast ter been (zijn) | wankelachtig: wankelechtich (Holtum) | lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)] III-1-2 |
34456 | onvruchtbare geit | steenbok: stęi̯bok (Holtum) | De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12 |
25119 | onweersbui | hommelweer met regen: hommelweer met regen en storm (Holtum) | onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4 |
25176 | onweerx | hommelweer: hommelweer (Holtum) | onweer [N 22 (1963)] III-4-4 |
23743 | onze-lieve-vrouweplaat | onzelievevrouw: ooze leeve vrouw (Holtum) | Een plaat, afbeelding van O.L.V. van Altijddurende Bijstand. [N 96B (1989)] III-3-3 |
23647 | onzevader | onzevader: onze vaader (Holtum), paternoster: pater noster (Holtum, ... ), paternoster (Holtum) | Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
23720 | onzevaderkralen | kralen van het onzevader: kralle van het onze vader (Holtum) | De Onze-Vaderkralen (6 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3 |
20736 | ooftvlaai | ooftenvla: Syst. WBD euftevla (Holtum) | Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3 |