33389 |
paardestalzolder |
zolder:
[zolder] (L426z Holtum)
|
De zolder boven de paardestal, soms vanuit de schuur te bereiken. Meestal werd er hooi in bewaard; soms sliep de knecht er. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen het lemma "koestalzolder" (3.4.1). [N 5A, 73a; monogr.]
I-6
|
29636 |
paardetuig |
paardsgetuig:
pē̜rs˲gǝtȳx (L426z Holtum)
|
De naam voor het paardetuig in het algemeen. [JG 1a, 1b; N 13, 80; monogr.]
I-10
|
33339 |
paardsknecht, eerste knecht |
paardsknecht:
pɛ̄rs[knecht] (L426z Holtum)
|
Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.]
I-6
|
21689 |
pacht? |
pacht:
pach (L426z Holtum)
|
pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21690 |
pachten |
pachten:
pachtə (L426z Holtum)
|
pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33037 |
pad aanmaaien |
(het is) ingezicht:
eŋgǝzex (L426z Holtum)
|
Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b]
I-4
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
kwabbelachtig:
kwabblechtig (L426z Holtum),
opgeblazen (dik):
opgeblaoze (L426z Holtum)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18170 |
pak, kostuum |
kostuum:
kəsjtuum (L426z Holtum),
montering:
məntoering (L426z Holtum),
pak:
pak (L426z Holtum)
|
kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20700 |
pannenkoek |
pannenkoek:
Syst. WBD
pannekook (L426z Holtum)
|
Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20699 |
pannenkoekenbeslag |
beslag:
Syst. WBD
besjlaag (L426z Holtum)
|
Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|