id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23641 | prefatie | prefatie (<lat.): prefasie (Holtum), prefatie (Holtum) | De door de priester gezongen lofprijzing ter inleiding van de Canon, de prefatie. [N 96B (1989)] III-3-3 |
20667 | preisoep | poorsoep: Syst. WBD paorsop (Holtum) | Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3 |
23612 | preken | preken: prèike (Holtum), prèke (Holtum) | Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
23244 | prevelen | prevelen: prevele (Holtum), prevelen (Holtum) | Prevelen. [N 96B (1989)] III-3-3 |
23414 | priesterkoor | koor: op en koar (Holtum), priesterkoor: preesterkoar (Holtum) | Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |
33740 | prikkeldraad | puntdraad: pønjtjdrǭt (Holtum) | Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8 |
22356 | priktol | dop: dop (Holtum) | Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] III-3-2 |
17742 | proeven | proeven: preuve (Holtum) | proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] III-1-1 |
22310 | proppenschieter | knaptoet: knaptoet (Holtum, ... ) | Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2 |
19676 | provisiekast, etenskast | broodkast: brūtkast (Holtum) | voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)] III-2-1 |