e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pudding pudding: Syst. WBD  pudding (Holtum) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puistjes borbelen: borbele (Holtum), brobbels: brobbele (Holtum), puistjes: (puuskəs) (Holtum) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pullover pullover: pəlover (Holtum) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punt van het blad van de zeis punt: pøntj (Holtum) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
putemmer puttob: pøͅtoͅp (Holtum) [N 12 (1961)] I-7
puthaak putgard: pøͅtgēͅrt (Holtum) [N 12 (1961)] I-7
putzwengel wip: wep (Holtum) [N 12 (1961)] I-7
raadsel(tje) raadsel(tje): e raodsel (Holtum), e rèùdselke (Holtum) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2
raampje in een poort kijkraam: kikrām (Holtum) Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b] I-6
raat raat: rāt (Holtum) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6