20651 |
pudding |
pudding:
Syst. WBD
pudding (L426z Holtum)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18110 |
puistjes |
borbelen:
borbele (L426z Holtum),
brobbels:
brobbele (L426z Holtum),
puistjes:
(puuskəs) (L426z Holtum)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18693 |
pullover |
pullover:
pəlover (L426z Holtum)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
punt:
pøntj (L426z Holtum)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
33635 |
putemmer |
puttob:
pøͅtoͅp (L426z Holtum)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
putgard:
pøͅtgēͅrt (L426z Holtum)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
e raodsel (L426z Holtum),
e rèùdselke (L426z Holtum)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
33452 |
raampje in een poort |
kijkraam:
kikrām (L426z Holtum)
|
Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b]
I-6
|
28447 |
raat |
raat:
rāt (L426z Holtum)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|