e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitglijden uitlitsen: oetlitsje (Holtum) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uitslag vertonend branderig: brɛnǝrex (Holtum), brandig: brɛnjex (Holtum) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitsliepen uitsliepen: oetsjliepe (Holtum) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitstalling van het allerheiligste uitstelling: oetstelling (Holtum, ... ) Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)] III-3-3
uitstallingstroon expositietroon: expositietroan (Holtum) De troon, de ruimte of plek boven het tabernakel waar het Allerheiligste wordt uitgesteld. [N 96A (1989)] III-3-3
uitwerpselen kak: kak (Holtum), stront: sjtrontj (Holtum) uitwerpselen [N 10c (1961)] III-1-1
uitwerpselen van koeien koeflater: kōflātǝr (Holtum) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster ponder: heden daags kieke ze doe heir niet veel meer  punjer (Holtum), unster: wegen  ulster (Holtum) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
urine pis: pis (Holtum), zeik: zijk (Holtum) urine [N 10c (1961)] III-1-1
urineren pissen: pissə (Holtum), zeiken: zijkə (Holtum) urineren [N 10c (1961)] III-1-1