e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1896

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterhaam achterhaam: ɛxtǝrhām (Holtum) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterklauw loopklauw: lōpklau̯w (Holtum) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11
achterste kont: kontj (Holtum), vot: vot (Holtum) [N 10c (1961)] III-1-1
achterwand stop: štǫp (Holtum) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
acoliet acoliet: akeliet (Holtum), akoliet (Holtum) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel adamsappel: adamsappel (Holtum), keelknobbel: kéélknobbel (Holtum) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
ademen ademhalen: aom haole (Holtum) ademen [N 10a (1961)] III-1-1
ader ader: aor (Holtum) ader [N 10a (1961)] III-1-1
afdingen afpingelen: aafpingkələ (Holtum) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] III-3-1
afgetrokken zeug afgezoken zeug: af˲gǝzōkǝ [zeug] (Holtum) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12