20719 |
etensresten |
verzauweld eten:
Syst. WBD
verzauwelt aete (L426z Holtum)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (L426z Holtum, ...
L426z Holtum)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbel warshout:
dǫbǝl [warshout] (L426z Holtum)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
23615 |
feestpredicatie |
feestpredicatie (<lat.):
fèjspredicatie (L426z Holtum),
feestpreek:
feisprèk (L426z Holtum)
|
Een feestpredikatie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
fiets:
fits (L426z Holtum)
|
Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)]
III-3-1
|
33227 |
fijne zeef, voor pootaardappelen |
maatzeef:
mǭtzēf (L426z Holtum)
|
De tweede, en doorgaans middelste zeef, waardoor de kleinere aardappelen worden afgezonderd die als pootgoed worden gebruikt. [N 12, 34b]
I-5
|
18021 |
fluim |
fluim:
fluum (L426z Holtum)
|
fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
18024 |
fluimen uitspuwen |
kwatsen:
kwaatsje (L426z Holtum)
|
spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34119 |
forsgebouwde koe |
stuk van een koe:
støk van ǝn kō (L426z Holtum)
|
[N 3A, 141a]
I-11
|
17807 |
gaan |
gaan:
gaon (L426z Holtum)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|