e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1896
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingooien (in een kuiltje) in kuiltjes leggen: en kylkǝs lęgǝ (Holtum) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inkappen, eerste slagen maken met de zicht inslaan: enšlǭn (Holtum) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4
inkomsten inkomende, het ~: inkômməndə (Holtum) inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkopen gaan doen op de markt markten: mērtə (Holtum) inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkuilen inkuilen: enkule (Holtum) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: inslaan (Holtum) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
introïtus introtus (<lat.): introitus (Holtum), introotus (Holtum) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
jaargetijde jaardienst: jaordeens (Holtum), jaargetijde: joargetie (Holtum) Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
jaarring jaarring: jāreŋ (Holtum) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jacquetpak jacquet (<fr.): sjəkèt (Holtum) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3