e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Holtum

Overzicht

Gevonden: 1896
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse manchet losse manchet: lôsse mənzjettə (Holtum) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse paal met draad barrier: brēr (Holtum) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse voerbak in de varkenswei voertrog: vūrtrǫx (Holtum) Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b] I-6
losse voerbak voor runderen krib: krep (Holtum), krøp (Holtum), trog: trǫx (Holtum), voertrog: vūrtrōx (Holtum) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
luchtpijpen luchtpijpen: lochpīēpe (Holtum) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luiden luiden: loewe (Holtum, ... ) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luiden voor de mis luiden: et loewt (Holtum), loewe (Holtum, ... ) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] III-3-3
luiden voor een begrafenis dodenluiden: djoͅjə lūwə (Holtum) Het luiden bij de begrafenis [t loet tsóm jraaf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luiportaal klokhuis: klokhoes (Holtum), klokkes (Holtum) Het luiportaal, vertrek of ruimte onder de toren waar de klokketouwen hangen. [N 96A (1989)] III-3-3
maag maag: maach (Holtum) maag [maach, maacht] [N 10 (1961)] III-1-1