e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jicht gicht: gigt (Horn) jicht [SGV (1914)] III-1-2
joden joden: joede (Horn) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: ⁄t wigt is nòg jonk (Horn) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong bier bier: bēr (Horn) Bier dat de hoofdgisting heeft ondergaan, vers gebrouwen bier. Volgens de invuller uit L 250 duurde het nagisten vroeger tweeëneenhalve maand terwijl er tegenwoordig slechts drie weken voor nodig zijn. [N 35, 72; monogr.] II-2
jong van een dier jong: joŋk (Horn), ’t jonk (Horn) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong van een rund kalf: kalf (Horn) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Horn), baq (Horn) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge kip pul: pø̜l (Horn) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge koorzanger kleine zanger: kleine zenger (Horn) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jongen jong: jong (Horn) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2