| 18170 |
pak, kostuum |
pak:
ei noe pak (L325p Horn),
pak (L325p Horn, ...
L325p Horn,
L325p Horn,
L325p Horn)
|
Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 25402 |
pan of ketel met het hete gietwater |
moor:
muwǝr (L325p Horn),
tuitje:
tø̜̄tjǝ (L325p Horn)
|
In het stenen fornuis waarin de boerin vroegende was kookte, wordt water verhit. Met een pan, ketel of emmer schept men hieruit heet water dat dan over het varken wordt gegoten. Beschikt men niet over een dergelijk fornuis, dan wordt het water in ketels e.d. op de kachel of een gewoon keukenfornuis verwarmd. [N 28, 20]
II-1
|
| 22842 |
pandverbeuren |
pandengeven:
panjer gève (L325p Horn),
verbeuren:
verbeûre (L325p Horn)
|
pandverbeuren [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 19434 |
pannen schuren |
schuren:
šūrə (L325p Horn)
|
metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19443 |
pannenlap |
kwezel:
kwezel (L325p Horn)
|
lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoefele (L325p Horn)
|
Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)]
III-1-3
|
| 20558 |
pap |
pap:
pap (L325p Horn, ...
L325p Horn),
pàp (L325p Horn)
|
brij [SGV (1914)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 21126 |
papier |
papier:
papeer (L325p Horn)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 18194 |
paraplu |
paraplu:
perplüj (L325p Horn)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|