e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstandig verstandig: verstengig (Horn) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstellen stukkeren: štø̜kǝrǝ (Horn) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen bergmannetje spelen: bergmenke spelen (Horn) schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstuiken verstuiken: verstøke (Horn), verstøktj (Horn) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
verteerde mest kort mest: kort [mest] (Horn) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vespers vesper (lat.): də vespər (Horn), vespers (<lat.): vespers (Horn) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND] III-3-3
vest wambuisje: waimeske (Horn), wèmeske (Horn) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
vestzakje wambuisjestasje: wèmeskesteske (Horn) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vet te mesten stierkalf vetstiertje: vɛtštīrkǝ (Horn) Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a] I-11
vet te mesten vaars vetrindje: vɛtrentjǝ (Horn) [N 3A, 75c] I-11