e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

Gevonden: 3465
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de merrie is niet drachtig gust: gø̜st (Horn) [N 8, 48 en 49] I-9
de middag luiden de middagsklok luiden: middigsklok (Horn), middag luiden: et leojt middig (Horn) Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3
de mis dienen de mis dienen: mes deene (Horn) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mis doen mis doen: mes doon (Horn) De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)] III-3-3
de missie preken de missie (<fr.) preken: de missie praike (Horn) De missie preken. [N 96B (1989)] III-3-3
de portiuncula-aflaat verdienen portiuncula beden: persjonkele baije (Horn) De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] III-3-3
de staart couperen zwensen: žwɛnsǝ (Horn) Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d] I-9
de stortkar doen achteroverslaan opstoten: ǫpštǭtǝ (Horn) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13
de tafel dekken de tafel dekken: də taofəl dèəkkə (Horn), dekken: dékkə (Horn), déékkə (Horn) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de vier zijden van een bikkelbeentje kuil: kuul (Horn), pens: pens (Horn), steuntje: sjtø͂ͅntjəs (Horn) De vier zijden van zon beentje. [N R (1968)] III-3-2