e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q165p plaats=Horpmaal

Overzicht

Gevonden: 241
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinkervel kelver: keͅləvər (Horpmaal) [Goossens 1b (1960)] I-7
tweede luiden voor de mis tampen: in de week  tampen (Horpmaal), trommelluiden: zondag  troemelluien (Horpmaal) Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)] III-3-3
ui, ajuin djaan: džōͅə.n (Horpmaal) ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)] I-7
vanzelfsprekend juste (fr.): das sjus (Horpmaal) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
vest vest: vest (Horpmaal) het vest [N 59 (1973)] III-1-3
vestzakje maal: moͅ.l (Horpmaal) het zakje in het vest [N 59 (1973)] III-1-3
vingerlid lid: leed (Horpmaal) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
vleesmade, larve van de bromvlieg made: maeë (Horpmaal) made [ZND 38 (1942)] III-4-2
vod vod: Vod = schöttelslat.  vod (Horpmaal) Vod. Met een vod afkuisen [ZND 37 (1941)] III-1-3
vogeltje dat nog niet kan vliegen kwatskont: kwatskoŋten (Horpmaal) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1