e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtskoolstrijkijzer houtskoolijzer: hōltskōlīzǝr (Horst) Hol persijzer dat door houtskool verhit wordt. Het gebruik ervan valt te ontraden (Gerritse, pag. 32), omdat het inademen van de houtskolendamp ongezond is, het ijzer onregelmatig verhit wordt en het gevaar bestaat dat de klep openvalt, waardoor brandende houtskool op het werk kan vallen. De informant van Q 198 merkt op een houtskoolijzer te gebruiken dat al ruim een eeuw oud is. [N 59, 21a; N 59, 20; monogr.] II-7
houtsnip houtsnep: houtsnep (Horst) houtsnip (34 grote uitgave van watersnip [116], maar dan bosvogel; meest op trek; ook zeldzame broedvogel; roep in de lente [tsp...wok, wok, wok]; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
houtsplinter splinter: splēǝntǝr (Horst) Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.] II-12
houtworm houtwormpje: holtwörmke (Horst) houtworm [DC 23 (1953)] III-4-2
hovaardig groots: grōts (Horst), grūūts (Horst) grootsch [SGV (1914)] || het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)] III-1-4
huichelaar godverneuker: godverneuker (Horst), kontenkruiper: kôntekroēper (Horst) een huichelachtig persoon, iemand die zich mooier voordoet dan hij is [godverneu-ker, heiligboontje, fijnaard] [N 85 (1981)] III-1-4
huichelen kwezelen: kwezele (Horst), zich verbeelden: zich verbeelde (Horst) voorgeven iets te zijn of te doen [veinzen, bouzjezjeren] [N 85 (1981)] || zich anders en meer voordoen dan men is [kwezelen, femelen, huichelen] [N 85 (1981)] III-1-4
huid huid: hoeəd (Horst), hōēt (Horst, ... ), vel: vēl (Horst) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huidschilfers schilfers: schilfer (Horst) schilfer [SGV (1914)] III-1-2
huif van de huifkar huif: huf (Horst) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13