e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krant gazet (<fr.): gezèt (Horst), krant: krant (Horst), krānt (Horst) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen kratsen: kratse (Horst) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] III-4-4
kreeft kreeft: krift (Horst) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Horst, ... ) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbrood schietsspoel: schitsspool (Horst) krentenbrood [SGV (1914)] III-2-3
kreukel kreukel: kreukel (Horst) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen verfomfaaien: verfoemfaaid (Horst) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3
kreunen krijten: kriete (Horst) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] III-1-4
kreupel zijn (het is/staat) kreupel: krø̄pǝl (Horst) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kreupelhout struik: struuk (Horst) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3