e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neef neef: neen  nèef (Horst), nèf (Horst) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
neet, luizenei neet: neet (Horst) neet [SGV (1914)] III-4-2
negenoog negenoog: negenoeəg (Horst) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] III-1-2
nek nek: nek (Horst, ... ), nĕk (Horst) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: neme (Horst), pakken: pakke (Horst) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nerf van een blad nerf: nerf (Horst) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest nest: nèst (Horst), nèste (Horst) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nestei nestei: nęstęi̯ (Horst) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
nestelgaatje (bij knoopsgat) oogje: yǝxskǝ (Horst) Het peervormige gaatje aan de voorkant van een knoopsgat. [N 59, 140] II-7
nestkastje nestkastje: nèskasje (Horst) vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)] III-4-1