e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafel tafel: taffel (Horst) tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelpoot poot: pūət (Horst) tafelpoot [DC 49 (1974)] III-2-1
taillewijdte taillewijdte: taljǝwi-jtǝ (Horst) De maat gemeten horizontaal om het lichaam in de holte van de taille met (voor heren) twee vingers tussen het lichaam en de centimeter. Zie afb. 27. [N 59, 44c; N 62, 2b] II-7
tak (alg.) tak: tak (Horst), tek (Horst) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak van een geslacht familie: femiēlîê (Horst) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: krōēn (Horst), tak (mv.): tèk (Horst) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
takken krijgen vertakken: vertakken (Horst) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
tand tand: ta.nd (Horst), tand (Horst), tānd (Horst, ... ) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): tand (Horst) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tanden van een riek tanden: tant (Horst) Van de opgesomde termen zijn de niet-samengestelde meestal ook toepasselijk op de tanden van de mesthaak en van de hooivork. Voor het aantal tanden dat een riek kan hebben, zie men het vorige lemma. [N 11A, 13b + 17b; div.; monogr.] I-1