e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

Gevonden: 3618
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balein balein: belien (Horst) balein uit het korset [N 25 (1964)] III-1-3
balkenbrij kruipuit: kerpoet (Horst), kroepoet (Horst), balkenbrij  kerpoet (Horst) balkenbrij [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || brij [SGV (1914)] III-2-3
bandiet bandiet: bandiet (Horst) bandiet [SGV (1914)] III-3-1
bandje om de kraag vast te zetten lommel: lummel (Horst) het bandje op de kraag dat diende om deze eventueel vast te zetten (lummel?) [N 59 (1973)] III-1-3
bandje over de mouw aan de onderkant trekkertje: treakkerke (Horst) een bandje over de mouw aan de onderkant (pat?) [N 59 (1973)] III-1-3
bandschort met borststuk scholk: scholk (Horst, ... ) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bang schouw: schouw (Horst) een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)] III-1-4
bangerik schijthuis: en schiethōēs (Horst), en schie‧thoe‧s (Horst), schiethoĕs (Horst), schiethoe‧s (Horst), schouweschijter: enne schôêweschie‧ter (Horst) bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] || iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)] III-1-4
bank van lening bank: bank (Horst) de instelling van gemeente of particulieren waar men geld krijgt op onderpand van onroerende goederen [bank van lening, lommerd, pandjeshuis] [N 89 (1982)] III-3-1
baret baret (<fr.): baret (Horst) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3