18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
piama (L246p Horst)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19079 |
raad |
raad:
road (L246p Horst)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
en raodsel (L246p Horst),
en raodselke (L246p Horst),
raodsel (L246p Horst),
ràtsel (L246p Horst),
rêûdselke (L246p Horst),
rötselke (L246p Horst)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
raam:
rām (L246p Horst
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
32812 |
raam van de cultivator |
raam:
dǝ rām (L246p Horst)
|
De ijzeren staven die samen het draagraam van de cultivator vormen. [N 11A, 151h; monogr.]
I-2
|
32825 |
raam van de landrol |
raam:
rām (L246p Horst)
|
Het door twee lange en twee korte balkjes gevormde raam waarin of waaronder de rol of cylinder kan draaien. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 2c; JG 1b add.; N 11A, 184b + c + 185b; monogr.]
I-2
|
30313 |
raamvleugel |
raam:
rām (L246p Horst),
vleugel:
vlø̄gǝl (L246p Horst)
|
Het draaiend deel van een raam. In L 270 bestond in oudere huizen een raam uit twee gedeelten. Het bovenstuk van zo'n raam kon naar binnen worden opengeklapt. Men noemde dit het 'bovenlicht' ('bǭvǝlēx'). Zie ook het lemma 'Bovenlicht'. [N 55, 40b; A 46, 10b; monogr.]
II-9
|
33575 |
raapstelen |
steelmos:
steelmôôs (L246p Horst)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (L246p Horst),
vreemd:
vremd (L246p Horst)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
lullen:
lölle (L246p Horst),
wauwelen:
wauwele (L246p Horst),
wazelen:
wazele (L246p Horst)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|