e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaatsenrijder libel: informant aarzelt  liebèl? (Horst) schaatsertje: Hoe noemt u het insect dat met schokkende bewegingen over het water lijkt te schaatsen? Het lijf van het insect staat op lange poten op het water. [N100 (1997)] III-4-2
schaatsijzer ijzer: iezers (Horst) Noemt men het stalen onderdeel, dat over het ijs glijdt en dat geregeld geslepen moet worden, met een afzonderlijk woord? Zo ja, hoe luidt dit? [DC 23 (1953)] III-3-2
schaden (ww.) schaden: schaje (Horst) schaden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4
schaduw, lommer schaduw: schaduw (Horst, ... ), uit de zon: oet de zon (Horst), ŏĕttə zón (Horst) (de) schaduw [DC 23 (1953)] || (in) de schaduw (zitten) [DC 49 (1974)] || schaduw (donkere vlek achter een persoon) [DC 49 (1974)] || schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schaften schaften: schafte (Horst), schoften: schŏŏfte (Horst) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] || schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd rusttijd: r"stīt (Horst), schoft: sxoft (Horst), schofttijd: schŏftied (Horst), sxuftīt (Horst) schafttijd [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: schand (Horst) schande [SGV (1914)] III-3-3
schatten gokken: gokke (Horst), schatten: schatte (Horst) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1
schede schede: scheij (Horst) scheede [SGV (1914)] III-2-1
scheef, niet recht scheef: scheif (Horst), schuins: schūūns (Horst) van de rechte richting afwijkend, niet recht of niet rechthoekig [scheef, noers, noes, slim, scheel, schieps, schuins, schiks, schoeks] [N 91 (1982)] III-4-4