21421 |
stelen |
stelen:
stélə (L246p Horst)
|
stelen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
25966 |
stellingmolen |
galerijmolen:
galǝręj[molen] (L246p Horst)
|
Een hoge stenen molen met een zwichtstelling er rond omheen vanwaaraf onder meer de stand van de kap kan worden veranderd en de vang wordt bediend. Zie ook afb. 9. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32e; A 42A, 53; Sche 6; N O, 32j]
II-3
|
25218 |
sterrenbeelden |
grote beer:
grote beer
grote beer (L246p Horst),
hark:
orion
de herk (L246p Horst),
orion:
orion
oreon (L246p Horst),
plejade:
plejaden
plejadin (L246p Horst),
wagen:
grote beer
wagen (L246p Horst),
zevengesternte:
plejaden
zevegestert (L246p Horst)
|
sterrenbeeld [DC 49 (1974)]
III-4-4
|
20323 |
sterven |
sterven:
sterve (L246p Horst)
|
sterven [SGV (1914)]
III-2-2
|
21116 |
stevig, gezegd van voedsel |
zwaar:
zwoar (L246p Horst)
|
stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
20151 |
stiefdochter |
aangenomen dochter:
aangenomme dochter (L246p Horst),
stiefdochter:
stiefdochter (L246p Horst, ...
L246p Horst)
|
stiefdochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20341 |
stiefkinderen |
stiefkinder:
stiefkiender (L246p Horst),
stiefkīēnder (L246p Horst)
|
stiefkinderen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20340 |
stiefmoeder |
stiefmoeder:
stiefmoder (L246p Horst),
stiefmooder (L246p Horst),
tweede moeder:
twède mooder (L246p Horst)
|
stiefmoeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20338 |
stiefouders |
stiefouders:
stiefelders (L246p Horst),
tweede vader en moeder:
twède vader en mooder (L246p Horst)
|
stiefouders [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20339 |
stiefvader |
stiefvader:
stiefvader (L246p Horst, ...
L246p Horst),
tweede vader:
twède vader (L246p Horst)
|
stiefvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|