e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horst

Overzicht

Gevonden: 3618
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwak, slap zwak: zwaak (Horst) zwak [DC 02 (1932)] III-1-1
zwaluwstaart zwaluwenstaart: zwɛløwǝstɛ̄rt (Horst) Een wijze van verbinden die voornamelijk wordt toegepast bij zinken en koperen plaat. Bij een zwaluwstaart voor een buis wordt eerst één uiteinde van de plaat voorzien van zwaluwstaartvormige tanden waarvan telkens de ene wat omgebogen wordt en de andere niet. Vervolgens wordt de plaat rondgebogen en wordt de andere, aangescherpte rand van de plaat tussen de tanden vastgeklopt. Zie ook afb. 196a. Het geheel wordt tenslotte meestal met hardsoldeer vastgesoldeerd. Ook twee platen kunnen met behulp van een zwaluwstaart aan elkaar worden bevestigd. Vgl. afb. 196b. [N 66, 33a] II-11
zwaluwtand zwaluwentand: zwɛløwǝtantj (Horst) Elk van de zwaluwstaartvormig ingeknipte tanden van een zwaluwstaartverbinding. Zie ook afb. 196. [N 66, 33b] II-11
zwart pak fantasiepak: fantasie pak (Horst) zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)] III-1-3
zwarte gebreide dameskous zwarte hoos: zwàrte haoze (Horst), zwàrte hoaze (Horst) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte gevederde muts met kinbanden kapothoedje (<fr.): kepothūūtje (Horst) muts, zwarte gevederde ~ met kinbanden, meestal door oudere vrouwen gedragen {afb} [kernet] [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte kraai, kraai kraai: krej (Horst, ... ), krèèj (Horst) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte specht zwarte specht: zwarte spech (Horst) specht, zwart ~ (46 grote, zwarte knaap; alleen in grote bossen [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte stern stern: stern (Horst) zwarte stern (24 zomervogel bij vennen en brede poldersloten; min of meer zwart; traag vliegend vlak over het water; nest drijft op waterplanten [N 09 (1961)] III-4-1
zwartkop grasmus: grasmus (Horst) zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)] III-4-1