e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zwaluwenstaart rokkostuum:   schwalgestert (Echt/Gebroek), zwalge stert (Echt/Gebroek), Zie ook gattekletser en pitteleer. NB p. 428: zwats, zwaluw.  zwatsestaart [zwats+ən+stärt} (Lommel), schichten:   zwęlǝvǝstart (Leunen), slipjas:   zjwalgesjterd (Swalmen), zwaləvəstɛt (Paal), zweluəstēͅrt (Lanklaar), zwelvestert (Neeritter), zwelvestért (Tungelroy), (zwaluwstaart)  sjwarbelesjtart (Sittard), b.v. de hie"re droege zwölövestètte.  zwölövestèt (Beverlo), B.v. Hee haaj de zjwalgesjtert aan en de sjtop op. I.p.v. zjwalgesjtert sprak men ook wel van batseklatser (billentikker.  zjwalgesjtert (Herten (bij Roermond)), i.d. betekenis van smoking  zweͅlvə sta.rt (Maaseik), zwaluwenstaart  zwaleftestart (Meeuwen), zwaluwstaart  zwaleftestart (Meeuwen), zwatsəstärt (Lommel), zwaluwstaart:   zwalegǝstɛrt (Helden), zwaluwestert (Eksel), zwɛlvǝstɛrt (Venray), zwɛløwǝstɛ̄rt (Horst, ... ), žwalgǝštɛrt (Roermond), het is niet goed uit te maken of het eerste lid van dergelijke vormen een (genitief-)enkelvoud, dan wel een meervoud is.  zwaləwəstɛt (Kwaadmechelen), zwaluwstaartverbinding:   zwālywǝstart (Swolgen), zwɛlywǝstart (Geysteren), šwālǝwǝštārt (Amby) II-11, II-12, II-3, III-1-3, III-4-1