e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L414p plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varken met een te hoge rug kromme rug: kromǝ røx (Houthalen) [N 76, 18] I-12
varken met hangende oren duits landvarken: dø̜i̯ts lantvɛrkǝ (Houthalen) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken met staande oren yorkshire: jǫrkšīr (Houthalen) Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lypǝr (Houthalen), lȳpǝr (Houthalen) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van drie tot vijf maanden vetvarken: vɛtvɛrkǝ (Houthalen) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens fokken kweken: kwīkǝ (Houthalen) Zich toeleggen op de teelt van varkens. [N 76, 37b; monogr.] I-12
varkens houden varken(s) houden: vɛrkǝs hāi̯ǝ (Houthalen) Het houden van varkens, in het algemeen gezegd. [N 76, 37a] I-12
varkens mesten vetmaken: vętmā.kǝ (Houthalen), vetmesten: vɛtmøǝstǝ (Houthalen) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensketel koeketel: kǫu̯kē.tǝl (Houthalen) De ketel waarin het varkensvoer gekookt en gemengd wordt. Soms is het dezelfde ketel als die waarin het voer voor de koeien bereid wordt. Zie verder het lemma "veevoerkookketel" (2.2.10). [JG 1a; L 36, 96c; monogr.; add. uit A 13, 19c] I-6
varkenspoot varkenspoot: dient als soepvlees  vɛ.rəkəsput (Houthalen) het onderste gedeelte van de poot van een varken, te rekenen vanaf het spronggewicht [Goossens 1a (1955)] III-2-3